Hieronder volgt een stuk uit het voorwoord van Bas van Stekelenburg:

"Vraag jij je ook wel eens af waarom de dingen zijn zoals ze zijn, waarom je dingen doet en deed en waarom van alles en nog wat. Heb jij dat nou ook? Tegenwoordig denk ik wel eens "als ik toen toch eens had geweten wat ik nu weet". Niet dat er geen waarom-vragen meer zijn, maar een aantal nuttige antwoorden is naar boven komen drijven. Het is alsof dit boek voor mezelf als zeventien jarige is geschreven. Het zou mijn hockey-ervaringen positief beïnvloed hebben. Moge dat ook voor jou gelden. Hoe het ook zal zijn, het boek moest eenvoudigweg geschreven worden. Het leek of ik daarin geen keuze had.

Een boek dat alleen maar over de hockeyslag gaat lijkt een beetje bizar. Laat alvast gezegd worden voordat je al die tijd in lezen gaat investeren, dat de inhoud niet alleen op de hockeyslag van toepassing is. In iedere andere beweging die je nog gaat maken zal een heleboel direct herkenbaar en bruikbaar worden. Dat geldt voor hockey maar ook voor hele andere zaken uit je dagelijks leven zoals bijvoorbeeld het rechtop zitten op een stoel, het duwen van een kruiwagen of een partijtje tennis. De hockeyslag als metafoor voor het leven. Alle facetten van het leven spelen een rol bij de beweging, zowel de geestelijke als de lichamelijke zaken. Wat is er uiteindelijk heel even meer voor je dan jouw slag? Het is op dat moment heel even jouw leven. Morgen en gisteren bestaan niet. Je hebt alleen maar nu.

Omdat in een hockeywedstrijd zoveel vaardigheden naar voren komen lijkt het slaan soms wel het meest oninteressant. Je doet het toch gewoon? Het is geen krent meer in de pap. Tot dusverre is de kennis over de hockeyslag vaak impliciet gebleven. Het wordt door goed te kijken en veel te doen overgedragen van "vader op zoon", van "leraar op leerling". Hoe het precies werkt wordt niet of nauwelijks besproken. De manier van beschouwen in dit boek kan je een extra stukje verwondering bieden, waardoor genieten van zoiets schijnbaar eenvoudigs als een hockeyslag gemakkelijker wordt. Het is een kunst er telkens weer van te kunnen genieten. Slaan is dan weer een krentje geworden.

Tijdens het schrijven heb ik een beeld van de lezer voor ogen gehad. Regelmatig veranderde dat beeld van vorm. Soms was hij/zij wat ouder, dan weer wat jonger. Uitgangspunt was de tiener van rond de zeventien. Aangezien iedere nieuwe hockeygeneratie tijdens zijn/haar leven naar verwachting ook die leeftijd passeert is het boek dus geschikt voor iedereen. Langzamerhand ben ik tot de conclusie gekomen dat een paar zaken voor de meerderheid van tieners nog niet zo interessant zullen zijn. Dat geeft de lezer de gelegenheid het boek onder de arm mee te nemen tijdens zijn of haar hockeybestaan en er nog eens iets nieuws in te ontdekken dat misschien al eerder was gelezen maar nog niet geheel of in volle glorie was blijven hangen. Het boek wil met je meegroeien.

Het is niet de bedoeling dat dit boek een zweverig en zacht karakter heeft, maar aan de hockeyslag kleven veel kanten. Een simpel advies over hoe je je rug moet houden is minder zweverig. Een advies over welke gedachten handig zijn wordt al wat zachter. Ik ben benieuwd wat jouw indruk is....."

Terug naar de introductie